woensdag 22 juli 2009

Ronchamp

De zeven jaar tussen optredens van Prince is niks vergeleken met de dertig jaar dat ik Ronchamp al wil zien. Beweren dat dit bedevaartkerkje de reden tot mijn architectuurstudies zijn is overdreven. Dat besliste ik al in het derde leerjaar. Het was juist door al in architectuur geintresseerd te zijn dat ik eens in een boek foto's van dit kerje zag, zonder te weten wie Le Corbusier was. De vorm leek mij zo totaal anders dan wat ik al gezien had, en ik begreep het ook niet echt.

De rest van het gezelschap was zonder overenthousiast te zijn, niet tegen deze tussenstop. Te meer, het was 100 km korter langs deze weg naar het meer van Geneve te rijden. Het werd ook snel duidelijk dat het in afstand wel korter mocht zijn, in tijd zeker niet. De laatste 100 km moeten over een tweevaksbaan worden gedaan. Komt daarbij dat de tour de France nu toch wel net in de buurt zat. Nog op de autosnelweg kregen we via route 107.7 fm te horen dat we best op de autosnelweg bleven om niet in onmogelijke opstoppingen te geraken.
Op onze laatste tankbeurt langs de snelweg krioelde het van de perswagens, die en masse kwamen bijtanken. De wagen voor ons was van de RTBf. Ze vertrokken met tankstop open, geen tijd te verliezen.

Langs de tweevaksbaan, achter un convoi exeptionel kreeg de reis echt iets van een bedevaart. Ik begon me af te vragen of dat daar met openingsuren ging, want op de website van Notre dame du Haut had ik daar niks van gezien.

We waren nochthans vroeg genoeg vertrokken, tussen 9.00 en 10.00 had Lut in mijn google agenda zien staan. We moesten amper 580 km doen, we zijn meer gewoon. De autoreis was de eerste 550 km bijzonder vlot verlopen. Heel weinig verkeer. Het viel ook op dat het bijzonder stil was in de auto. Geen commentaar op mijn rijgedrag "hij schiet er hem weer achter zun" of " jah, geef em nog een beetje drinken" of de Oh's als een ferrarri, een porsche of een lamborghini ons inhaalde. Een zoon wordt op rare momenten gemist.

Net voor het dorpje Ronchamp blinkt een witte vlek op de bergtop. "Daar is het". Nu het straatje 'rue de la chapelle' vinden. Er staat gelukkig een wegwijzer. We komen niemand tegen op het lange, smalle, steile weggetje, temidden van het bos. We zien wel de oude mijnschacht.
Op het einde van de weg krijg je een bizar déjà vu. Een parking met een vaal roze gebouw er op. het lijkt wel het vervlogen dinant van de jaren 60. Heel veel volk op de parking, tiens we zijn niet alleen. Heel bizar, ik wist niet dat er zoveel toeristen geinteresseerd waren in moderne architectuur. Een lid van de orde, Notre Dame du Haut is een kerkje van de kloosterorde van de Clarissen, staat in het loket aan de ingang. Het is 5.00 € voor volwassenen, 3.00 € voor kinderen en studenten. Ze mogen gerust op deze manier hun kas spijzen. Er wordt ook duidelijk gevraagd op binnen geen foto's te nemen, buiten mag zonder probleem. Iets dat je respekteert.
Het schiet me zo door het hoofd dat Prince ook niet wil dat je foto's van hem neemt op optredens.

Ik zie ook dat de poort sluit om 19.00 h. het was nu 17.30 h en 30°. Ik bedenk dat we nog 60 km moeten rijden voor we aan ons hotel zijn, maar de de bazin had me via mail al laten verstaan: 'pas de sousis, nous sommes ouverts'

Tot nu toe heb nog nog altijd niks van de kapel gezien, behalve de korte witte flits in de verte langs de weg beneden. Vantussen het groen word je overvallen door een totaal nieuwe vormentaal, zonder die vreemd aandoet. Het lijkt een taal te zijn die je onmiddellijk verstaat.


foto in fullsize

Niks is recht, niks staat recht, niks is open, niks is gesloten. Niks is wat het lijkt, maar toch is duidelijk dat dit een kapel is, een plek van stilte, bezinning en reflectie.


foto in fullsize panorama

Ik maak mij ook de bedenking dat dit zowat het enige architectuurobject moet zijn dat niet moet concureren met andere gebouwen. het heeft enkel het groen, de open omgeving. Het staat ook bovenaan een bergtop, het lijkt enkel omgeven door lucht, je hebt zelfs geen landschap er omheen. Zo krijgt de site onmiddellijk iets sacraals.

foto in fullsize

Er kunnen, bij drukker bijgewoonde bedevaarten, diensten buiten opgedragen worden. De grasvlakte omgeven door bomen, het altaar met preekstoel overdekt.


foto in fullsize

de verschillende raamopeningen lijken willekeurig. Binnenin wordt het spel van licht veel duidelijker. Op ontelbare verschillende manieren valt het licht binnen in de kapel.
De zuidermuur zit vol met soorten schietgaten, die het zonlicht als stralen binnen laat. Het dak raakt net die de muren die het ondersteunen, en langs die kieren scheert het licht langs de bekisting van het betonnen dak. De half cirkelvormige torens vangen het licht boven het gebouw op en weerkaatsen het langs de binnenwanden. Maria staat in een grote vierkante nis achter glas, je ziet hier wel konstant een verschijning. Miniskule openingen in de verschillende muren lijken wel een sterrenhemel. De glasramen lijken mij door verschillende zusters geschilderd, elk met hun eigen leuze. "Mère entre les méres" "Marie".



Je kan de kapel mooi interactief binnen bezoeken op deze site.

De vloer van de kapel is afhellend naar het altaar toe (menig ontwerper van een concertgebouw kan hier nog wat van leren) het koor zelf helt ook af naar de communiebank. De communiebank zelf is afgerond, dit zie je maar als je zijdelings kijkt. De banken in de kerk staan niet centraal en over de ganse oppervlakte, maar uit het midden, op een derde van de vloer. De vloer onder de baken in verhoogd en uitgevoerd in blokken kops parket dat los ligt, als losse kasseien van hout. Ze geven in de winter een warmer gevoel. Het klimaat in de kerk is ook heel aangenaam. Buiten is het drukken heet, binnen is het lekker fris. De kleine kapel moet een enorme inertie hebben. de zuidmuur is ongelooflijk dik, dat zie je aan de raamopeningen. en bovendien helt hij enorm af, zowel aan binnen en aan buitenzijde.
Binnen in de kapel zijn er wel drie binnenkapellen, in elke toren één. Er is ook een betonnen preekstoel en dito biechtstoel.

Een enorm plafond in massief beton vangt al het water op en laat het aan één zijde en laat het daar in een bassin met betonnen sculpturen stromen.



De afvoergoot lijkt wel een enorme neus van een dier. Er zijn wel meer elementen die je aan levende zaken doen denken, zoals de torens die wel ogen, neus en mond lijken te hebben.


Op het plan zie je duidelijk dat er met een as is gewerkt, en dat de vorm vrij rudimentair is. Ter plaatse zie je daar niks van, en je bent alle gevoel voor orientatie kwijt. Er zijn ook verschillende deuren. De kleine zijdeur tussen de twee torens, de grote deur aan de zuidgevel, of de deur aan het altaar dat onmiddellijk naar het buitenaltaar leidt. En dan is er nog een deur op de verdieping, waar je langs de buitentrap terecht komt.



Op het terrein staat nog een trappiramide waar veel volk op kan die vrij confortabel de dienst kan volgen (de duurdere places assises op het balkon)



Nergens heb ik de visie van Le Corbusier: architectuur ontstaat door de relatie tussen licht, vorm en ruimte, duidelijker ervaren dan hier. Het is ook hier dat ik ze voor het eerst echt begrijp. Voordien dacht ik ze te begrijpen. Het is mijn inziens ook de enige plaats waar het Le Corbusier zo duidelijk gelukt is, waarschijnlijk heeft hij ook hier het licht gezien.

Het is ook heel leerzaam om na het Alhambra dit nu te ervaren. Architectuur die emotie opwekt, met totaal verschillende middelen bereiken ze hetzelfde.

De klokken hangen niet in de torens, die dienen om het licht te vangen, ze staan buiten tussen de bomen. We zijn hier toch op een heuvel, je hoort ze ver genoeg. Dit wordt ons ook duidelijk. We vroegen ons af of ze nog werkten. Een kindje stond onder de klokken toen plots onder een gezoem de kettingen begonnen te bewegen, en de klepels de klokken deden gongen. Het kindje was ondertussen al wenend naar de mama gelopen.



Een filmpje hebben we hier niet van. Mams heeft nochthans de ganse tijd staan zwaaien met de camera, inzoomen, andere camera standpunten innemen, travels uitgevoerd. Alleen toen we aan de wagen kwamen, en ze trots haar mooi filmpje wou tonen, bleek dat ze vergeten was de knop in te duwen, of niet wist dat je op de knop diende in te drukken. Ik weet niet wat van de twee het ergste is. Mijn vraag "hoe heb je het opnemen dan stopgezet?" werd niet echt beantwoord.



De hoofddeur:



Ik stond er versteld van dat zowel Lut als Eulalie onder de indruk waren van dit gebouw. Voor ons allen was dit de reis al meer dan waard, en lag het hoogtepunt nu wel heel vroeg in de reis. Ze zouden straf uit de hoek moeten komen om hier nog aan te tippen.
Het deed me ook plezier hoe veel foto's mams nam en hoe Eulalie stil zat te genieten.


fullsize panorama

Het was ondertussen zeven uur geworden, nog niks afgekoeld. De zusters wilden het terrein terug afsluiten, zodat de rust volledige zou terugkeren.

Wij vertrokken naar onze herberg, Auberge des Moulins in Pont-les-Moulins.
Een heel aangenaam hotel voor slechts 58€ voor een nacht voor een kamer van drie. Et la table, mon dieu quelle est bonne. Voor amper 30€ per persoon, aperitief, wijn, water, amuse bouche, voorgerecht, hoofdgerecht, en dessert.

We kwamen daar pas tegen 20.00 h aan. De bazin zei, 'Ah vous voilà, je ne me faisait pas de sousis' het motto van het hotel blijkbaar, geen zorgen. Een levensmotto waar ik me wel kan in vinden. We mochten kiezen welke kamer, maar ze had de sleutels van de andere kamers vergeten. We zaten gemakshalve helemaal bovenaan op de tweede verdieping. Een ruime kamer met drie bedden, badkamer met douche en een afzonderlijk toilet. Er is gratis draadloos internet dus meteen maar eens op facebook gekeken. Na een verfrissende douche zou mevrouw ons installeren aan tafel.

We dronken een lekkere crèment. Als voorgerecht quenelles van een vis uit de buurt en als hoofdgerecht gegrilde vis. Eulalie kreeg een uitgebreide vegetarische schotel. Daarbij een lekkere plaatselijke wijn.
Ook in het restaurant was het verschrikkelijk warm. Dat was duidelijk te merken aan m'n T-shirt. Het zweet liep me over de rug, gelukkig waren het geen stoelen in toile ciré of ik gleed er af. Het was mevrouw ook opgevallen. "Il fait chaud ici, n'est-ce-pas, on va arranger ça. On va faire une petite installation". Ze ging een ventilator halen, en zette die voor onze tafel. Het werd op slag een pak koeler. Zo had ook de rest van het restaurant ons in de gaten gekregen.

Het dessert vaut le voyage. Mevrouw kwam met een kar met twee verdiepingen zelf gebakken taarten, choco-mousse, crème, cocos, noem het maar op aangereden. Je mocht je keuze maken. Mams probeerde nog "une petite tranche" maar mevrouw "ça ne marche pas, les petites tranches ça casse".

's Nachts hoorden we maar wat gerommel in de verte. De ganse dag had de Franse radio gewaarschuwd voor zwaar onweer. De helft van Frankrijk was in alarmfase. Wij zaten echter aan de andere kant.

1 opmerking: